Attitude meten

Veel onderzoek gaat over het achterhalen wat de mening is van de doelgroep over een bepaald onderwerp. Zeg maar – populair gezegd – hoe staat hij/zij erin?

Maar wat is een attitude?

Thurstone (1928) hanteert het concept attitude om het totaal aan te duiden van de neigingen en gevoelens van een persoon, vooroordelen of vooringenomenheid, vooropgezette ideeën, ideeën, angsten, bedreigingen en overtuigingen over een bepaald onderwerp.

Oké, maar hoe méét je dat?

Zoals uit de definitie van Thurstone blijkt, is de opinie of attitude niet in één getal te vatten, maar we veronderstellen dit wél, daar anders de hele meting geen zin heeft. De mening dan wel opinie van een persoon is de verbale expressie, de uiting van die attitude en een mening is alleen van belang voor zover deze geïnterpreteerd is als een uiting van attitude (Thurstone, 1928).

Voorbeeld meting attitude

In hoeverre bent u het eens met het geplande tekort op de begroting van de Rijksoverheid voor het begrotingsjaar 2025?

  • Geheel mee oneens
  • Mee oneens
  • Noch mee oneens, noch mee eens
  • Mee eens
  • Geheel mee eens
  • Geen mening, weet niet

Wát meet je eigenlijk?

Het is maar de vraag of deze meting van de attitude van de respondent omtrent het tekort op de begroting de waarheid weergeeft, er zijn immers redenen te bedenken waarbij de respondent liever niet het achterste van de tong laat zien. Een ander aspect is de handeling, de actie, is die wel in lijn met de attitude, dan wel in lijn met de opinie van de respondent? Wellicht betrof het een intentie die nooit uitgevoerd gaat worden (“Gaat u op partij X stemmen?” of “Gaat u product Y kopen?“). Verder: de meting is slechts een momentopname, een dag later kan immers de mening gewijzigd zijn.

Relatie waarheid – attitude – meting

In onderstaande figuur is de vraag over het begrotingstekort, de attitude (groen) en de daaruit verkregen data zijn de meetwaarden (rood); enerzijds de gemeten mening, of anderzijds de gemeten actie. Let wel: dit zijn twee verschillende zaken.

In welke mate daarmee de waarheid gemeten is, is dus een slechts een afgeleide, een interpretatie.

Bron

Thurstone, L.L. (1928). Attitudes Can Be Measured. American Journal of Sociology, 33(4), 529–554.

Groene bezorging

Sinds kort schakelen wij Fietskoerier Haarlem in voor de boekbezorging.

    Zoals zij zelf stellen op hun site: “De groene oplossing voor bezorging in de stad“.

    Zij hebben geen last van files, opstoppingen en altijd een parkeerplek voor de deur. Onze boeken worden met zorg in waterdichte tassen geleverd en hun koeriers zijn allen in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag VOG.

    Milieubewust, dus voor een leefbare stad: maatschappelijk verantwoord, geen CO2 uitstoot, zij fietsen zuiver op bruine boterhammen en pasta.

    What on earth do communication professionals do?

    Eind september 2022 wordt in Wenen tijdens het Euprera congres het artikel gepresenteerd.

    Coebergh, P.H., Schriemer, M.G., Cotton, A.M., Blaga, M., Pujol, M.C., Anton, A., Sueldo, M., Gonçalves, G. & Cuenca, J. (2022) What On Earth Do Communication Professionals Do? The anatomy of communication management ( pdf, 419 KB ). Paper to be presented at the EUPRERA 2022 Congress, September 21-24, 2022, Vienna, Austria.

    Berlo (1960)

    Korte synopsis vind je hier.

    As the world gets more connected, the importance of organizational communication rises (Coebergh, 2011; Cornelissen, 2020). However, there is still little agreement on what communication is, let alone how to practice it (Littlejohn et al., 2017). Managing communication is what communication professionals do, for a living. But what do they exactly do, and how should they do it? We started to explore these questions to better understand, and improve, the work of communication professionals, in as many countries we can handle.

    Het pdf-document van het gehele artikel vind je hier.

    Kruiswoordraadsel

    Dit kruiswoordraadsel bevat allerhande begrippen uit onderzoek en statistiek. Veel plezier!

    Neemt toeval af en toe toe of af?

    Figuur 3.1 (Schriemer, 2021, p.106)

    Vraag van een student

    Neemt de kans op toeval toe of af op het moment dat je steekproefgrootte groter wordt?

    Antwoord

    Stel je voor dat je lichaamslengte van mensen meet. Van CBS weten we dat gemiddelde lengte van de man ca. 1,84 meter is.

    CBS: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2021/37/nederlanders-korter-maar-nog-steeds-lang

    Stel nu het volgende voor: je trekt een steekproef van 20 mensen uit het GBA (=Gemeentelijke Basis Administratie) van Utrecht. En je meet van die mensen de gemiddelde lengte, dat blijkt 2,02 meter te zijn.

    Photo by LOGAN WEAVER on Unsplash

    Wat is hier aan de hand?” denk je dan.

    Controle van de steekproef geeft dat je heel toevallig allemaal mannen van de basketbalvereniging in je steekproef hebt. Dus als je je steekproef nu vergroot naar 350.000 mensen (ca. alle mensen in Utrecht) dan kom je wél uit op 1,84 meter gemiddeld. 

    Wikipedia (2021): https://nl.wikipedia.org/wiki/Utrecht_(stad)

    Voorbeeld met leeftijden

    Stel je trekt een steekproef met totaal 15 respondenten. Je berekent na elke trekking van een respondent steeds het nieuwe gemiddelde. Dus het gemiddelde over 3 respondenten is dan (24+12+66)/3=34.

    Tabel met berekende gemiddelden

    Dat toeval afneemt en dus het werkelijke populatiegemiddelde benadert laat onderstaande grafiek zien op basis van bovenstaande gegevens van de tabel. De wijnrode lijn geeft de leeftijd van de respondent weer. De zwarte lijn het berekende gemiddelde over n respondenten.

    Grafische weergave van de schommelende gemiddelde leeftijd.

    Duidelijk is dat de gemiddelde leeftijd al snel (na respondent 5) rondom de veertig jaar schommelt, terwijl respondenten wisselende leeftijden hebben.

    Conclusie

    Het kan zijn dat als je de steekproef stapsgewijs vergroot, dat de toeval eerst toeneemt en dan afneemt, omdat het gemiddelde erg kan schommelen. Maar in het algemeen geldt dat …

    Toeval neemt af naarmate de steekproef groter wordt.

    Wordt standaarddeviatie kleiner?

    Vraag van een student

    Wordt de standaarddeviatie per se kleiner als je meer mensen aan je steekproef toevoegt?

    Antwoord

    Als je een voorbeeld vindt dat het tegenovergestelde bewijst, dan weet je dat die ‘regel’ niet opgaat.

    Stel je voor dat je van vijf mensen hebt gevraagd wat hun leeftijd is: 23, 24, 25, 26, 27. Gemiddelde is 25 jaar, de standaarddeviate = 1,6. Stel dat je nu je steekproef vergroot met nog eens vijf mensen uit de populatie en die hebben de leeftijden: 55, 101, 12, 98, 15. Dan is het gemiddelde 40,6 jaar met standaarddeviatie 33,1.

    Dus, nee. De standaarddeviatie wordt niet perse kleiner als je meer mensen aan je steekproef toevoegt.

    Heel soms is statistiek ook niet alles

    “Dromen en angsten overtreffen statistiek”

    Piet Hein Coebergh (2020)

    Bron: Coebergh, P.H.C. (2020). Big brother. Adformatie Vol 2, februari 2020.

    Foto: https://www.hsleiden.nl/binaries/article/content/gallery/hsl/lectoraten/lector-in-de-schijnwerper/paragraaf-lector-in-de-schijnwerper-piet-hein-coebergh.jpg

    3e nieuwe en herziene druk

    Voor het nieuwe collegejaar is de 3e druk van het boek Statistiek voor de beroepspraktijk beschikbaar.

    3e druk beschikbaar vanaf september 2021

    In de 3e druk zijn ook extra opgaven toegevoegd, vandaar dat ook er in september 2021 een nieuwe 2e druk van Uitwerkingen beschikbaar is.

    Bestelinformatie

    • Statistiek voor de beroepspraktijk. 3e herziene druk, september 2021.
    • ISBN 978-90-826322- 3-1
    • Uitwerkingen. Behorend bij derde druk van Statistiek voor de beroepspraktijk. 2e herziene druk, september 2021.
    • ISBN 978-90-826322- 4-8