Leerdoelen statistiek
Iedereen weet intuïtief dat het niet volstaat één persoon te interviewen om de gemiddelde mening van de doelgroep te meten. Maar ja, hoeveel personen dan wel? Om die vraag te beantwoorden kijken we eerst naar de onderzoeksvraag zelf. Wat wil de onderzoeker meten? Het hoofdstuk behandelt twee opties:
- een getal (van een intervalgeschaalde of ratiogeschaalde variabele), of
- een percentage (van een nominale of ordinale variabele).
De eerste paragraaf legt uit waarom de steekproefgrootte lastig te bepalen is. De volgende paragrafen geven eenvoudige handvatten om de steekproefgrootte te berekenen. Hierbij is begrip van bruikbare respons essentieel. Verder komt de correctiefactor aan bod, welke men gebruikt als de onderzoekspopulatie klein is. Tot slot komen in §7.5 eerder behandelde begrippen nu op logische wijze bijeen: bias, vertekening, en steekproefkader. De steekproefkaders zijn nader gecategoriseerd via het soort verzameling dat de onderzoeker hanteert voor de steekproeftrekking (homogeen of heterogeen) en welke soort elementen de verzameling bevat: uniform of pluriform. Tot slot behandelt het hoofdstuk de soorten steekproeven in dit hoofdstuk: aselecte en selecte steekproeftrekking, representatieve- en quotasteekproeftrekking, gestratificeerde- oftewel gelaagde steekproeftrekking en clustersteekproef, sneeuwbal- en gemaksteekproeftrekking.
Leerdoelen SPSS
De leeruitkomst van dit hoofdstuk is dat je in staat bent om een goede steekproef te trekken met voldoende bruikbare respons. Je bent bekend met de soorten steekproeven en je kunt steekproefformules hanteren. De leeruitkomsten na het maken van de SPSS-opgaven zijn: randomisatiefuncties met behulp van syntax en met behulp van de menuoptie Data / Select cases.