Leerdoelen statistiek
Symbolen
Onze gestructureerde maatschappij maakt veelvuldig gebruik van symbolen. Denk alleen al aan de verkeersborden. Stel je voor dat je rijdend over de snelweg met 100 km per uur de betekenis van de gebodsborden in tekst te zien krijgt: ‘de maximale snelheid voor elk gemotoriseerd voertuig is hierna 100 km per uur’. Wiskunde en dus ook statistiek als onderdeel ervan, maakt veel gebruik van symbolen. Het gebruik van symbolen is ronduit handig en efficiënt, net als bij verkeersborden.
Je leert statistiek lezen en aldus begrijpen: Venndiagrammen en de Griekse letters . Je leert de symbolen van de verzamelingenleer zoals , . Via de verzamelingen en het gebruik van de symbolen van de verzamelingenleer maak je de stap naar de eerste statistiek: het gemiddelde met de bijbehorende symbolen. Maar onthoud: je weet allang dat het gemiddelde gelijk is aan alles optellen en delen door totaal. Je leert het nu op formele wiskundige wijze te schrijven en te lezen. Kun je lezen en rekenen? Dan kun je ook statistiek.
Zonder verzamelingen geen statistiek!
Je weet al het nodige van wiskunde en statistiek, dat heb je bijvoorbeeld geleerd op de middelbaar school. Je hebt wellicht kennis over het gemiddelde, het minimum en maximum. En je weet ook dat als je een zes wilt gooien met een dobbelsteen dat de kans erop dan een zesde is. Wat ontbeert is een methode om je kennis uit te breiden, dat gebeurt in dit hoofdstuk via een inleiding in de verzamelingenleer waarop de statistiek betrekking heeft.
Het stapelen van kennis en vaardigheden
Het boek stapelt met elk hoofdstuk meer-en-meer kennis en vaardigheden op. Dat wil zeggen dat een hoofdstuk overslaan niet handig is. De schrijfwijzen, de begrippen, de (basis)vaardigheden van SPSS pas je elke keer weer in latere hoofdstukken toe.
Leerdoelen SPSS
Dit hoofdstuk geeft een inleiding in het gebruik van het statistiekpakket SPSS, je leert waar de knoppen zitten. Na het maken van de SPSS-opgaven kun je file- en Windowshandelingen uitvoeren, data invoeren en sorteren, bestanden samenvoegen, frequentietabellen maken.