Zelfde vraag, verschillende meting?

Bewildered woman
Prompt Dall-e: A visual of measurement errors in online questionnaires used in quantative research showing an attractive but bewildered woman trying to decide how to answer different questions with different scales and corresponding tick boxes.

Likertschaal

De Likertschaal (Likert, 1932) is een veelgebruikte wijze om een attitude te meten. Voordelen zijn dat de respondent kan kiezen uit een gebalanceerde, equidistante schaal, waarbij elke keuze is omschreven.

  • Geheel mee oneens
  • Mee oneens
  • Noch oneens, noch eens
  • Mee eens
  • Geheel mee eens

Hoe stel je de vraag?

Als de onderzoeker wil weten of een organisatie betrouwbaar is, dan kan de onderzoeker de volgende vragen stellen over de organisatie (met telkens de Likertschaal zoals hierboven):

  • Het personeel van organisatie X is betrouwbaar?
  • “De organisatie komt haar afspraken na”
  • “De leveringen zijn op tijd”
  • “De facturatie is correct”

Het probleem dat nu kan optreden is het acquiescence-probleem

Acquiescence

Bij deze wijze van uitvragen kan het fenomeen ‘inwilligen’ ontstaan (Eng: acquiescence): het voornamelijk positief beantwoorden van de vragen/stellingen. Immers met elke vraag benadrukt de onderzoeker het positieve karakter van de organisatie door attributen louter op een positieve wijze uit te vragen.

Negatieve vraagstelling

De oplossing om een aantal vragen op een negatieve wijze uit te vragen (“De facturatie is niet correct”) lost niet het gehele probleem op (Friborg et al., 2006), omdat dan slechts een gedeelte van de vragen geen inwilligingseffect vertonen. Bovendien is een nadeel dat de negatieve vraag ‘omgekeerd’ beantwoord moet worden door de respondent als de facturatie in haar/zijn wel correct is.

Extra meetfout

.Elke vragenlijst maakt een meetfout, men meet niet de waarheid (Y), maar een schatting ervan aan de hand van een vragenlijst (Y‘) inclusief een fout (e) (Bethlehem, 2010): Y’= a + bY + e. Echter door inwilligingsfout (A) erbij te introduceren wordt de fout vergroot: Y’= a + bY + cA+ e.

Conclusie

Zowel Osgood (1957) als Friborg et al. (2006) concluderen dat er weinig verschil zit in de wijze van meting, echter het voordeel van gemakkelijkere interpretatie door de respondent weegt in het voordeel van de semantische differentiaal, zoals:

betrouwbaar  o o o o o  onbetrouwbaar

Bronnen

Bethlehem, J. G. (2010). Foutenbronnen in steekproefonderzoek. Centraal Bureau voor de Statistiek.

Friborg, O., Martinussen, M., & Rosenvinge, J. H. (2006). Likert-based vs. semantic differential-based scorings of positive psychological constructs: A psychometric comparison of two versions of a scale measuring resilience. Personality and Individual Differences, 40(5), 873-884.

Likert, R. (1932). A technique for the measurement of attitudes. Archives of psychology.

Osgood, C. E., Suci, G. J., & Tannenbaum, P. H. (1957). The measurement of meaning. University of Illinois press.