Kwaliteitskranten toch gemakszuchtig?

Martien Schriemer | 10-06-2015

In navolging van ’Wetenschappers overdrijven, journalisten misbruiken Twitter nauwelijks als vox populi’. Op 8 juni 2015 publiceert Iris Glas als onderzoekster bij Publistat een reactie op een stuk van Duits en Vliegenthart ‘Twitter vertelt niet wat er leeft’ (in NRC Handelsblad, 27 december 2014) dat journalisten tweets te makkelijk gebruiken om aan te geven wat de bevolking vindt (http://www.denieuwereporter.nl/2015/06/wetenschappers-overdrijven-journalisten-misbruiken-twitter-nauwelijks-als-vox-populi/). Iris Glas zocht het uit en concludeert dat het wel meevalt met Twitter als ‘vox populi’. Duits en Vliegenthart “wekken met hun simpele zoekopdracht en artikel de indruk dat journalisten Twitter in toenemende mate inzetten als gemakzuchtig middel om te zien wat er leeft onder de bevolking” stelt Iris Glas. Hmm, dat gemakzuchtige zou kunnen. Iris Glas claimt alle tweets wel gelezen te hebben. Ik ga ervan uit.

Inhoudsanalyse Twitter

Verder heeft zij de tweets aan de hand haar inhoudsanalyse uitgevoerd op een viertal (kwaliteits)kranten te weten Telegraaf, Trouw, NRC, Volkskrant. Zij komt tot zes criteria, te weten:

  • Twitter als bedrijf
  • Twitter als fenomeen
  • Nieuws ontleend aan Twitter
  • Twitter zijdelings genoemd
  • Specifieke bron deelt via Twitter
  • Twitter als publieke maatstaf

Er wordt geen uitsluitsel gegeven hoe de codering heeft plaatsgevonden. Slechts terloops, zoals de beschrijving van ‘Twitter als bedrijf’: “Dit zijn krantenberichten over onder andere de beursgang, de beurskoers en omzet.” Ze zal dat nauwgezet hebben gedaan. Ik ga ervan uit.

Geen statistische analyse?

In haar blog staat tevens een staatje met tellingen, ik geef u de mijne, zie figuur 1, die verschilt van haar t.a.v. de percentages van Trouw ten aanzien van (jawel) ‘Twitter als publieke maatstaf’’. Haar weergave van de aantallen zal wel juist zijn, de berekende percentages niet. Ik ga ervan uit.

Figuur 1. Verwijzingen naar Twitter per krant.

image

De eerste gedachte die bij mij opkwam was welke conclusies uit haar tabel (zie figuur 1) er te trekken zijn en of er (significante) verschillen er zijn per krant. Dat vertelt onderzoekster Iris Glas niet. Als politicologe in spe is ze misschien nog niet toegekomen aan SPSS-vaardigheden. Ik ga ervan uit.

Op basis van de aantallen vermeld in de tabel van haar blog heb ik enkele analyses uitgevoerd om daar inzicht in te verkrijgen. Het mooiste is natuurlijk de analyses uit te voeren op de onbewerkte gegevens, maar die heb ik niet, waardoor geen betrouwbaarheidsintervallen zijn aan te geven, dus heb ik haar gegevens met de totalen gehanteerd in SPSS. Ik kom tot de conclusie dat de kranten (nominale variabele) significant verschillen in de wijze waarop zij Twitter hanteren (ook een nominale variabele) als verwijzing of als bron:

image

Welnu, dat is niet verbazingwekkend, significantie is immers ook snel gerealiseerd met dergelijke aantallen (n=3888), het gaat er nu nog om of de verschillen relevant zijn. De chikwadraatanalyse geeft alleen maar aan of er een verschil is tussen de kranten, niet wàt het verschil dan is. Om die verschillen zichtbaar te maken – al die getallen dansen na verloop van tijd tenslotte voor je ogen – zijn een paar grafieken gemaakt. Zie figuur 2 en figuur 3.

Figuur 2. Gestapeld staafdiagram van de verwijzingen naar Twitter per krant.

image

Verschillen tussen de kranten

Op basis van figuur 1 en 2 is duidelijk dat Trouw het minst vaak Twitter hanteert en dat Volkskrant en NRC dat juist wel vaak doen, meer dan het dubbele t.o.v. Trouw. Aha! Als gemakzucht nu wel een rol zou spelen (of slimheid, het is maar het frame dat u eraan wenst te geven) dan is dus te stellen dat journalisten die schrijven voor NRC en Volkskrant meer journalistiek met behulp van hun PC doen dan Telegraaf (82% in vergelijking met NRC) en beslist meer in vergelijking dan Trouw (47% in vergelijking met NRC). De journalisten van Trouw trekken er misschien meer op uit voor hun nieuwsgaring. De verhoudingen zijn vervolgens interessant om de significante verschillen te duiden.

  • Op basis van figuur 1: NRC hanteert vaker dan andere kranten het feit dat een specifieke bron via Twitter gedeeld wordt (32,3%), met als goede tweede Trouw met 28,9%. Telegraaf noemt Twitter het meest zijdelings (55,4%) met als tweede krant de Volkskrant 48,6%. Twitter als vox populi wordt dan het meest gedaan door NRC (10,8%) en nog meer door de Volkskrant (12,4%). Maar zoals gezegd dan gaan de getallen dansen. Het wordt tijd om de data te vereenvoudigen hetgeen de interpretatie ten goede komt. Figuur 3* geeft visueel nader uitsluitsel. 

Figuur 3. Correspondence analysis** van de verwijzingen naar Twitter per krant.

image
  • De kranten staan in de figuur 3 geplot tezamen met de criteria omtrent Twitter, dan geldt dat de krant die dichtbij een of meerdere criteria staat, dat het dan juist kenmerkend is voor die krant en minder voor andere kranten. Dan springt in het oog dat NRC in vergelijking met andere kranten meer ‘Twitter als publieke maatstaf’ en ‘specifieke bron deelt via Twitter’ hanteert. Volkskrant en Telegraaf in vergelijking met andere kranten meer ‘Twitter zijdelings’ noemen. Afwijkend beeld geeft Trouw, die zit als krant het dichtste bij ‘Twitter als fenomeen’en ‘nieuws ontleend aan Twitter’. ‘Twitter als bedrijf’ wordt het meest gehanteerd door NRC en minder door de Volkskrant, dat is een beeld dat overeenkomt met de verwachtingen.

Kwaliteitskranten toch gemakzuchtig

Ik meen mij te herinneren dat de Telegraaf vaak als een ‘oppervlakkige krant’ (lees in dit verband: gemakzuchtig) wordt geduid en NRC en Volkskrant als ‘degelijke kwaliteitskranten’. Enfin, de bovenstaande analyses lijken dit beeld juist niet te bevestigen, eerder het tegenovergestelde. Dat terwijl Iris Glas het tegenovergestelde constateert “Wetenschappers overdrijven, journalisten misbruiken Twitter nauwelijks als vox populi”. Maar zoals eerder gezegd, dat kan ook liggen aan het gekozen frame. Het is m.i. aan de kranten zelve over hun ‘Twitter als bron’ uitsluitsel te geven. Daar ga ik van uit.

Voetnoten

De correspondentieanalyse is een datareductiemethode en is uitgevoerd op basis van een chikwadraatmodel met symmetrische normalisatie daar er geen aannames te maken zijn op basis van de blog van Iris Glas die een andere normalisatie nodig zouden moeten maken. Het idee achter de analyse is dat er twee dimensies te creëren zijn waarop de twee variabelen zich kunnen laden. Die twee dimensies zijn afgebeeld als de x- en y-as.

** Credit: Correspondence. Version 1.1 by Data Theory Scaling System Group (DTSS), Faculty of Social and Behavioral Sciences Leiden University, The Netherlands.